Sinds het overlijden van Ferri Árus, Gyulu Boros en Netti Fodor is het stil in Méra, het eens zo bruisende centrum van de Hongaarse folklore in Transsylvanië. Niemand minder dan de Belgische violist Tcha Limberger heeft de respectabele taak op zich genomen de traditie voort te zetten, samen met de nog overgebleven kontraspeler Rudi Toni en bassist Viktor Berki. Uit de grond van zijn hart zingt en speelt hij de eeuwenoude en hartverscheurende hajnali’s (klaagliederen), maar ook de pijlsnelle legényes (jongensdansen). De volksmuziek uit Kalotaszeg behoort tot het mooiste van het Hongaarse erfgoed. Enerzijds kent men daar prachtige en zeer ontroerende, eeuwenoude klaagliederen, anderzijds hebben de musici zeer verfijnde en gevoelige mineurakkoorden aan de van oorsprong pentatonische liederen toegevoegd. Hieruit zijn unieke melodielijnen en verrassende akkoordenschema's ontstaan. Tcha Limberger is een telg van de bekendste muzikale manouchefamilie van België. Zijn grootvader Piotto trok in zijn jonge jaren met Django Reinhardt op. Kleinzoon Tcha speelt gitaar, klarinet, contrabas, viool en hij zingt. Tcha heeft les genomen bij de wereldberoemde dorpsmuzikant Sámu “Netti” Fodor uit Transsylvanië. Ondertussen is hij al even thuis in de Griekse volksmuziek (met zijn ensemble Tatavla). De virtuoze Toni Rudi is de meest authentieke musicus van het trio, één van de laatste dorpsmuzikanten uit het dorp Méra. Zowel in de klaagliederen als in de Hongaarse en zigeunse dansmuziek van Kalotaszeg vervult de kontra een wezenlijke rol: die van akkoordinstrument èn ritme-instrument. Viktor Berki komt eveneens uit een roma-familie uit het dorp Méra. Viktor bespeelt de contrabas.